.: NoNoN .: Praktijkschool .: Kritische
Boerenbewegingen .: EuropeXL .: VOER!
Kritische Boerenbewegingen
Onder dit overkoepelende thema hebben we in 2005 en
2006 verschillende avonden georganiseerd waarmee we de centrale vraag:
“Waarom zijn de boeren in Nederland zo stil?” probeerden te
beantwoorden. Ook in 2007 geeft dit thema ons genoeg ruimte om in te spelen
op de actualiteit, mee te doen aan de discussies en bijdragen aan invulling
van zaken als het (internationale) landbouwbeleid en innovaties in de
landbouw.
Update 19-02-08:
In december 2007 is het derde AMC project afgerond in
opdracht van Stichting Boerengroep, een onderzoek naar de mogelijkheden om op
rendabele wijze geitenlammeren in Nederland biologisch op te fokken, te
slachten en af te zetten. Het
verslag over mogelijke alternatieven voor de afzet van biobokken in
Nederland is hier
te lezen en te downloaden.
Update 21-07-06:
Het is alweer een tijdje geleden dat de Boerengroep site is ge-update.
Inmiddels is het project in samenwerking met NAV (Nederlandse
Akkerbouwvereniging) voor een aantal AMC studenten succesvol afgerond. Het
verslag over mogelijke alternatieven voor Zuid-Amerikaanse Soja in Europa
is hier
te lezen en te downloaden.
Naar aanleiding van het verslag kwam de Nederlandse Akkerbouwvereniging
(NAV) met het volgende persbericht:
En dan nog het persbericht (juli 2006) van
de Nederlandse Akkerbouw Vakbond naar aanleiding van het onderzoek:
De overheid besteedt terecht meer aandacht aan biobrandstoffen. Maar de
functie van de akkerbouw als leverancier van plantaardig eiwit verdient
nog meer impulsen. Die conclusie trekt de NAV uit een in haar opdracht
verricht onderzoek naar alternatieven voor het huidige EU-landbouwbeleid.
De EU voorziet slechts in 23% van de behoefte aan plantaardig eiwit.
De Wageningse studentenonderzoekers stellen
in het rapport ‘Effects of the EU Common Agricultural Policy on Arable
Farmers in the Netherlands.
Is there
a better alternative?’, vast dat de EU momenteel 77%, ongeveer 19 miljoen ton, van de
behoefte aan plantaardig eiwit invoert. Dit voornamelijk in de vorm van
soja. De oorzaak ligt in het zogenaamde Blaire House akkoord. De EU deed
aan de VS de concessie dat het maisglutenvoermeel en oliehoudende zaden
importheffingsvrij zou toelaten en de steun aan olie- en eiwithoudende
zaden tot een maximum zou beperken. De EU was juist de onderhandelingen
ingegaan met de eis dat de invoer van maisglutenvoermeel en olie- en
eiwithoudende zaden beperkt zou worden. Die invoer had er immers voor
gezorgd, dat het Europese graanbeleid werd ‘opgeblazen’. De
goedkope graanvervangers verdrongen Europees graan uit het veevoer en het
zo groeiende graanoverschot moest tegen steeds hogere kosten en met
steeds meer politieke weerstand op de wereldmarkt worden gedumpt. Het
falende EU-graanbeleid wordt door de Wageningse studenten geïllustreerd
door de continue daling van het graansaldo( inclusief toeslag): van
1983 tot 2005 in totaal met maar liefst 30%.
De onderzoekers stellen vast dat het huidige EU-beleid niet houdbaar is.
Een vorm van ‘managed trade’ bevelen ze aan als het beste
alternatief. Landen, of groepen landen zoals de EU, krijgen dan op basis
van referentie een exportquotum per product. De EU zou dan
graanexportquotum kunnen inruilen tegen plantaardig eiwit quotum. Op
basis van literatuurstudie concluderen de onderzoekers dat er goede
alternatieven zijn voor de invoer van soja. Van zuid naar noord zijn dat
in Europa respectievelijk: de teelt van soja, zonnebloemen en koolzaad.
De NAV zal de resultaten van het onderzoek onder de aandacht brengen van
de politiek en de Nederlandse en Europese sojacoalitie. Deze
samenwerkingsverbanden van milieu- en ontwikkelingsorganisaties maken
zich zorgen over de kap van regenwoud voor de groeiende sojaproductie.
Het volledige (Engelstalige) rapport
‘Effects of the EU Common Agricultural Policy on Arable Farmers in
the Netherlands.
Is there a better
alternative?’ en andere achtergrondinformatie, staat op de
NAV-website www.nav.nl dossiers - managed trade
|
Update 29-01-06:
De Boerengroep biedt een AMC onderwerp
samen met de Nederlandse Akkerbouw Vereniging (NAV):
South American rainforest destroyed for
production of GM soy
Is more European protein a better alternative?
 
Large
scale deforestation, the use of GMO’s and long distance transport
makes the production of soy highly unsustainable. The Nederlandse Akkerbouw
Vakbond (NAV - Dutch Arable farming Union) would like to know if fodder
produced in Europe could increase sustainability and long term acceptance
of meat production in The Netherlands (“licence to produce”).
The assignment is to create a policy document which the NAV can use to
convince political and economical actors of the need to increase the role
of Dutch arable farming in fodder production.
st.boerengroep@wur.nl
Registration
and info:
http://edu.zod.wau.nl/YAM60312/
of
Vacatures bij De Boerengroep
 
Kabinetsbeleid jaagt koeien uit de wei (klik voor foto's hier)
Het kabinet Balkenende ziet geen kans om de landbouw in Nederland een
volwaardige plek te geven. Het aantal gezinsbedrijven neemt schrikbarend
snel in aantal af. Over een aantal jaren loopt er geen koe meer in de
Nederlandse weiden. De melkveehouderij zal dan veranderd zijn in een soort
bioindustrie. Dat willen wij niet en dat wilt u niet.
Hoe is het zover gekomen?
In het Wereldhandelsoverleg (WTO) en in Brussel (EU)
kiest dit kabinet voor vrijhandel (liberalisering) en afbraak van de
marktbescherming voor bijvoorbeeld melk, graan en suiker. De boeren (hier
en elders) moeten - volgens dit kabinet - gaan concurreren op de
wereldmarkt. Dat is een overschottenmarkt waar nog geen tien procent van de
omzet wordt gemaakt. Boeren komen dus klem te zitten tussen de veel
te lage wereldmarktprijzen en de hoge kostprijs van hun product mede ten
gevolge van de hoge eisen en regels die in Europa gelden.
Dit kabinet steunt het EU-landbouwbeleid, dat
feitelijk een wanbeleid is!
Het leidt tot overproductie en afbouw van
beschermende maatregelen. Hiervan profiteren alleen de internationale
handel, de verwerkende industrie en de supermarkten.
Dit beleid levert grote schade op voor de
boerenstand. Van zo'n beperkt inkomen kan een gezinsbedrijf niet overleven.
Dit betekent ten eerste schade voor de werkgelegenheid in Nederland, in
Europa en in de Derde Wereldlanden. Ten tweede is er de schade voor het
milieu, het dierwelzijn en het platteland als geheel.
Hoe moet het dan wel?
Dit kabinet moet zich anders op gaan stellen in het
Wereldhandelsoverleg en in Brussel.

Op regionaal niveau moet - met name voor voedingsmiddelen -
marktbescherming mogelijk blijven. Dus geen import van producten die niet
voldoen aan de kwaliteits- en productie-eisen, waaraan de producten
geproduceerd in de eigen regio moeten voldoen. Dit geldt voor Europa maar
evengoed voor andere delen van de wereld.
Anderzijds moeten blijvende en effectieve maatregelen
worden genomen om overproductie te voorkomen. Concreet betekent dat, dat
het melkquotum in Europa in 2006 niet moet worden uitgebreid. Wat
betreft de suikerbieten dient de productie te worden beperkt, maar het
prijsmechanisme moet behouden blijven. Dumping op de wereldmarkt moet
voorkomen worden.
-
De afbraak van Boereninkomens, Dierenwelzijn, Milieu en Platteland moet
stoppen
-
Boeren hier en in de derde wereld hebben recht op een redelijke prijs voor
hun producten. De afnemers (verwerkende industrie, detailhandel en
consument) moeten minimaal de kostprijs betalen.
-
Géén voortgaande liberalisering, maar effectieve productiebeheersing voor
melk, graan en suiker.
-
Onder voorwaarde van productiebeheersing en bescherming van de markt,
kunnen alle exportsubsidies maar ook handelsverstorende inkomenssubsidies
worden afgeschaft. Dit levert een besparing van het EU-budget op.
-
Voor de dienstverlening op het gebied van landschap, milieu en natuur
moeten de boeren een kostendekkende betaling krijgen.
-
Géén import van producten die niet volgens Europese productieeisen
geproduceerd zijn, wat betreft kwaliteit, milieu, dierenwelzijn,
arbeidsomstandig heden en dergelijke.
-
Het landbouwbeleid van het kabinet moet gericht zijn op behoud van
werkgelegenheid op het platteland, redelijke inkomens (vergelijkbaar met
rest van de maatschappij) en sociaal aanvaardbare werktijden.
|